‘Internisten delen graag kennis. Dat vind ik leuk’

Wat betekenen de NIV-dagen voor jou?

‘Ik kijk altijd uit naar de Internistendagen. Voor mij zijn het drie dagen om bij te praten met de internisten, op zakelijk en sociaal vlak. Ik bereid dit goed voor. Vooraf informeer ik bij de ziekenhuizen welke internisten gaan en dan stuur ik ze een mail waarin ik ze uitnodig langs te komen in de Jardiance®-stand.

Voor mij zijn de Internistendagen ook een reünie met mijn eigen collega’s en vakgenoten van andere firma’s. Door het jaar heen werken wij vrij solistisch. Ik bezoek de ziekenhuizen vrijwel altijd vanuit mijn huis. De NIV-dagen zijn daarom een gelegenheid om echt te horen van collega’s hoe het met ze gaat. ’s Avonds hebben we vaak veel lol als we samen gaan borrelen en een hapje eten.

Daarnaast probeer ik het programma van de Internistendagen zoveel mogelijk te volgen, zodat mijn kennis weer up-to-date is aan het einde van het congres.’

Is het niet saai de hele dag op een stand te staan?

‘Zo ervaar ik het helemaal niet. Ik heb het altijd superdruk tijdens de NIV-dagen. Zoals ik al zei, nodig ik de internisten vooraf uit om naar de Jardiance®-stand te komen. De meesten komen ook langs als ze de gelegenheid hebben. De internisten die ik al jaren ken, vinden het misschien ook wel gezellig om een praatje te komen maken. Soms stellen ze me voor aan een nieuwe collega. Dat is fijn, want zo breid ik mijn netwerk uit en dat is ook weer makkelijk schakelen als ik de volgende keer in het ziekenhuis kom.’

Welke rol speel jij binnen het team van Boehringer Ingelheim?

‘Ik werk nu 15,5 jaar bij Boehringer Ingelheim. Sinds 2014 zit ik in het diabetesteam en bezoek ik internisten. Ik ben Expert Regionaal Account Manager; ja sorry, deze functienaam heb ik niet zelf verzonnen. Ik werk niet alleen met internisten, maar ook met diabetesverpleegkundigen, cardiologen, verpleegkundig specialisten, huisartsen, praktijkondersteuners en apothekers. Omdat ik bij al die disciplines kom, kan ik dingen die ik in de eerste lijn signaleer bespreken in de tweede lijn, en vice versa.

De Expert binnen mijn functienaam staat voor de actieve rol die ik binnen Boehringer Ingelheim heb richting medisch, marketing en mijn collega’s in de buitendienst. Ik deel de ervaringen uit het veld met marketing en medisch en kijk hoe we samen de ondersteuning richting de artsen kunnen verbeteren. Daarnaast draag ik ook bij aan het opzetten van interne trainingen voor de buitendienst. Erg leuk om daarover mee te denken.’

Volgens jou hebben veel internisten wel ideeën over wat beter kan. Waarom is dit belangrijk voor jou?

‘Als ik naar een internist ga, weet ik altijd wat ik kom brengen. Ik doe alles op afspraak en zorg dat ik van meerwaarde ben. Ik heb geen standaard verkooppraatje, nee. Ik probeer te achterhalen waar de internisten behoefte aan hebben, waar ze tegenaan lopen en wat wij beter kunnen doen. Ik merk dat veel internisten daar wel ideeën over hebben.

Stel, de internisten signaleren onduidelijkheden in het veld over Jardiance®. Dan ga ik met ze in gesprek over waar het misgaat, waar ze behoefte aan hebben en hoe we dit kunnen oplossen. Dit koppel ik weer terug naar de medische- of marketingafdeling en samen kijken we of we kunnen bijdragen aan de oplossing. Dit kunnen ondersteunende materialen zijn voor diabetesverpleegkundigen of een informatiebijeenkomst voor apothekers, enzovoorts.’

Wat is je favoriete congres: de Internistendagen of de EASD?

‘Moeilijk. Tijdens de Internistendagen spreek ik alleen Nederlandse artsen. En aangezien ik in Nederland werk en volledig op de hoogte ben van de structuren en richtlijnen hier, is dit voor mij heel zinvol. Bovendien zijn de Internistendagen kleinschalig en is het makkelijk om elkaar te ontmoeten.

Wat de EASD betreft; ik vind het ook superleuk om naar het buitenland te gaan. We gaan dan met een groep collega’s en kunnen ter plekke internisten ontmoeten tijdens discussies en minisymposia. Bovendien vind ik het interessant om na afloop een avond te organiseren, waarin we het actuele nieuws van de EASD vertalen naar de Nederlandse praktijk.

Kortom, ik kan geen keuze maken, ik vind ze allebei leuk.’

Internisten worden wel afstandelijk en beschouwelijk genoemd. Hoe zie jij dat?

‘Ik zie dat totaal niet zo. In 2014 ben ik bij de internisten gekomen. Na mijn eerste kennismaking kwam vrij snel de EMPA-REG-studie uit. Dat was zo’n leuke tijd. Iedereen was geïnteresseerd, iedereen had een mening, de internisten konden er iets mee of wilden er absoluut nog niets mee. Toen heb ik veel interessante gesprekken gehad en bijeenkomsten georganiseerd. Ik denk dat de internisten die me kennen uit die tijd precies weten wat ze aan me hebben. Namelijk dat ik van meerwaarde ben voor hen en dat ik met ze meedenk.

Ik heb de indruk dat veel internisten het leuk vinden om hun kennis te delen. Als ik iets niet begrijp, bijvoorbeeld over hoe iets werkt in het lichaam, dan kunnen ze dat supergoed uitleggen. Die antwoorden neem ik dan ook weer mee naar de eerste lijn of naar collega’s. Ik vind dat erg leuk aan het samenwerken met internisten.’

Volgens jou is de rol van de industrie veranderd tijdens de NIV-dagen. Wat is er anders?

‘Er wordt meer samengewerkt met de industrie. We denken mee over hoe we het congres interessanter kunnen maken en wat daarvoor nodig is, in plaats van dat wij een stand bemannen met informatie en wat leuke gadgets. Onze bijdrage is inhoudelijker geworden. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld samen met de redactie van Diabetesgeneeskunde een symposium georganiseerd. Het is fijn dat dat kan.’

Tijd om het telefonische interview af te ronden; een interview dat Annemarie gaf vanaf een parkeerplaats op een congresterrein. Ze moet ophangen, want een internist belt haar met de vraag of zij hem kan helpen. Hij moet een presentatie geven en zijn computer geeft problemen. ‘Natuurlijk kan ik hem daarbij helpen. Leuk dat hij me hiervoor weet te vinden, ook op deze manier kan ik van meerwaarde zijn.’