Patiënt met een zeer hoog risico tussen wal en schip?

Patiënt met een zeer hoog risico tussen wal en schip?

Het is niet altijd duidelijk wie de patiënten met diabetes mellitus type 2 en een zeer hoog risico op hart-en vaatziekten behandelt. Vallen deze patiënten tussen de wal en het schip? Een blog van Karlijn Wammes, Medical Team Leader bij Boehringer Ingelheim.

In november 2021 is er een nieuwe gezamenlijke NHG/NIV-richtlijn verschenen voor de behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 2. 1 Deze nieuwe richtlijn voegt een medicamenteus stappenplan toe voor de behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 2 en een zeer hoog risico op hart-en vaatziekten. Bij deze patiënten is de behandeling niet langer gericht op alleen het verlagen van de HbA1c, maar wordt gekozen voor medicatie die bewezen heeft ook het risico op hart-en vaatziekten te verlagen. Hiermee sluit deze richtlijn aan bij internationale richtlijnen en richtlijnen in de landen om ons heen.²

Nieuw behandeldoel: voorkomen van cardiovasculaire en renale events

Het advies luidt: Behandel patiënten met DM2 en een zeer hoog risico op hart-en vaatziekten met SGLT2-remmers en GLP1-receptoragonisten om het risico op hart-en vaatziekten en/ of progressie van de chronische nierschade dan wel hartfalen te verlagen.¹

SGLT2-remmers hebben gunstigere effecten op hart-en vaatziekten laten zien, zijn goedkoper dan GLP1-receptoragonisten en zijn daarom het middel van eerste keus.¹

Wie behandelt deze patiënten?

De richtlijn is gezamenlijk opgesteld door de NHG en NIV. Bovendien sluit de richtlijn aan bij andere richtlijnen voor CVRM, HF en Diabetische Nefropathie. Een goede basis voor verdere multidisciplinaire samenwerking in de praktijk, zodat patiënten met een zeer hoog risico juist níet tussen wal en schip vallen. De richtlijn is ook heel duidelijk: SGLT2-remmers en GLP1-agonisten leiden tot minder hartinfarcten, beroertes, eindstadium nierfalen en sterfte.

Maar het is niet altijd duidelijk wie deze groep met een zeer hoog risico behandelt. In de eerste lijn heeft 25 tot 35% van de patiënten met DM2 een zeer hoog risico op hart-en vaatziekten. Dit percentage ligt zeer waarschijnlijk hoger bij de patiënten die behandeld worden door endocrinologen, vasculair geneeskundige of nefrologen. Wie zorgt ervoor dat deze patiënten volgens de richtlijn behandeld worden? Niet alle huisartsen hebben al ervaring met dit soort ‘nieuwe middelen’. En welke afspraken zijn er in de regio met de cardiologen?

Afspraken over implementatie

Wilt u dit bespreken binnen uw eigen maatschap of afspraken maken met de eerste lijn? Dan kunt u gebruikmaken van geaccrediteerde scholingen van MedClass, het nascholingsinstituut van Boehringer Ingelheim. Kijk op medclass.nl.

Meer informatie

Wilt u meer over weten over implementatie van de richtlijn? Of heeft u andere vragen over SGLT2-remmers? Neem dan gerust contact op met Karlijn Wammes.